Europees financieel kader: De toekomst van INTERREG

Europees financieel kader: De toekomst van INTERREG
EU-begrotingscommissaris Günther Oettinger | Bron: © European Union, 2018/bron: EC - Audiovisual Service/foto: Lukasz Kobus

De Eurocommissaris voor begroting Günther Oettinger heeft begin mei het voorstel van de commissie voor de EU-begroting 2021 tot en met 2027 voorgesteld. Met de planning van de toekomstige begroting is ook de toekomst van het INTERREG-programma verbonden, diens actuele subsidieperiode nog tot en met 2020 voortduurt. Op basis van de komende brexit staat voor de EU toekomstig minder geld ter beschikking, waardoor ook bij het cohesiebeleid met fiscale bezuinigingen moet worden gerekend. Als het aan de commissie ligt dan beperken zich deze verminderingen binnen een kader van maximaal vijf procent. Een nieuwe subsidieperiode voor het voor GIQS belangrijke INTERREG-programma Deutschland-Nederland vanaf 2022 staat zo dus niets meer in de weg.

Met de door Oettinger aangedragen voorstellen voor de begrotingsplanning van de Europese Unie op de middellange termijn is nu een maandenlang durend proces van start gegaan, waarbij te verwachten is dat tot de Europese verkiezingen in 2019 er talrijke onderhandelingen tussen de lidstaten en het Europese Parlement zullen plaats gaan vinden. Volgens Oettinger zullen de onderhandelingen hoogste prioriteit krijgen, zodat het niet weer tot een dergelijke vertraging komt zoals bij de huidige begroting: Centrale financieringsprogramma’s werden daardoor veel later dan gepland gestart. Tevens konden meer dan 100 door de EU gesubsidieerde projecten met grote vertraging starten. Nog in de maand mei van dit jaar zullen door de commissie daarom ook al uitvoerige voorstellen voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), beter bekent als het INTERREG-programma, gepresenteerd worden.

Hoe INTERREG VI in de Nederlands-Duitse grensregio eruit kan komen te zien, daarover hebben onlangs al eerste gesprekken plaats gevonden. Zo werd begin maart in het Duitse Viersen op de eerste vergadering van dit jaar van het Comité van Toezicht over de toekomst van het grensoverschrijdende subsidieprogramma gediscussieerd en bovendien een voorbereidingsgroep opgericht. In april was er ook een meeting in Emmen, waarbij talrijke medewerkers en betrokkenen bij het INTERREG-programma de stand van zaken en de toekomst van het subsidieprogramma uitwisselden. Ook werden er ideeën ontwikkeld of en hoe het programma vereenvoudigd kan worden voor partijen die projecten willen indienen. Guus Muijzers van de Europese Commissie (DG Regio) bood in dit kader bovendien zicht op het Europese klimaat ten aanzien van de regionale samenwerking en hoe programma´s als INTERREG een bijdrage kunnen leveren aan de uitdagingen waar de EU momenteel mee te maken heeft.

Links: